Honderd jaar geleden: Het begin van de Eerste Wereldoorlog

Honderd jaar geleden: Het begin van de Eerste Wereldoorlog

Op 28 juni 1914 maakte de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand samen met zijn vrouw Sophie in een open auto een rijtoer door Sarajevo. In een van de nauwe straten van de stad schoot de student Gavrilo Princip met twee schoten eerst hertogin Sophie neer en vervolgens Franz Ferdinand. 's Middags kregen hun kinderen Sophie, Max en Ernst thuis in Bohemen via de telefoon te horen dat hun ouders tijdens een bezoek aan Bosnië gewond waren geraakt. Zij waren echter op slag dood.


Afb. 1 De moordaanslag op Franz Ferdinand en Sophie


In heel Europa braken ruzies uit over de verantwoordelijkheid voor deze aanslag.

Afb. 2 Keizer Franz Joseph op zegel van Bosnië en op envelop

Intussen liet keizer Franz Joseph de lichamen in alle stilte begraven in de tuin van slot Arnstetten en niet zoals gebruikelijk in het Habsburgse familiegraf in Wenen. Dat vond zijn oorzaak in het feit dat de oude keizer allerminst gelukkig was met deze troonopvolger. Eigenlijk was hij de vierde keus. De eerste keus was de broer van de keizer geweest, Maximiliaan, die echter als keizer van Mexico stierf voor het vuurpeloton. De tweede was kroonprins Rudolf, de zoon van Franz Joseph, maar die pleegde in 1889 samen met zijn maîtresse zelfmoord. De derde kandidaat, een andere broer van Franz Joseph, was Karl Ludwig. Hij was meer geïnteresseerd in zijn postzegelverzameling dan in politiek en mislukte volledig als stadhouder van Tirol. Hij overleed in 1896 aan cholera nadat hij vervuild water had gedronken uit (nota bene) de “heilige” Jordaan. Zo kwam Franz Joseph uit bij zijn neefje Franz Ferdinand, in de ogen van de keizer een probleemkind, al was het alleen maar omdat hij geen keizerlijke opvoeding had genoten. Maar er was meer. Franz Ferdinand liet van meet af aan weten dat hij niets op had met het hof en met de cultuur daaromheen. Waar hij zich thuis voelde was het leger waar hij het tot generaal majoor had geschopt. Hij had geen enkele belangstelling voor religie, filosofie of literatuur en vond het maar onzin dat er wel standbeelden werden opgericht voor schrijvers als Goethe en Schiller maar niet voor grote generaals. Zijn meest geliefde hobby was de jacht op wilde dieren, hoe exotischer, hoe beter. Een tijdgenoot formuleert het anders: zijn passie was om systematisch zoveel mogelijk dieren dood te schieten. Hij had zelfs een preparateur in zijn gevolg die alle geschoten tijgers, krokodillen, olifanten, apen, panters en kangoeroes moest opzetten. Deze “cultuurbarbaar” miste de tact en het invoelingsvermogen om de vele partijen in de Oostenrijks-Hongaarse Donaumonarchie, een potentiële bron van onenigheid, harmonisch met elkaar te laten samenwerken en Franz Joseph zag de toekomst dan ook terecht donker in.

In heel Europa gistte het aan het begin van de twintigste eeuw, in het bijzonder op de Balkan. Tot 1878 had een groot deel van dit gebied nog behoord aan het Ottomaanse of Turkse rijk. Bij het Congres van Berlijn was het toebedeeld aan de Oostenrijkse-Hongaarse dubbelmonarchie. Dat besluit viel bij veel van de inwoners van met name Bosnië-Herzegovina heel slecht. Ze hadden het gevoel dat ze van de ene overheersing in de andere terechtkwamen en ervoeren dat als een groot onrecht. Zo leek het alsof de gevechten die de oudere generatie tegen de corrupte Turkse bestuurders hadden gevoerd, voor niets waren geweest. De tientallen jaren van oorlog, deportaties en chaos die hun de bevrijding hadden moeten opleveren, leken een vergeefse poging voor vrijheid te zijn geweest. Daarbij kwam dat de bevolking etnisch en religieus zeer verdeeld was waardoor gewelddadige onderlinge conflicten aan de orde van de dag waren. Hoe hardnekkig die verschillen waren en hoe moeilijk het was die te overbruggen, hebben we zelf kunnen zien in de oorlog in Joegoslavië uit de jaren negentig. Keizer Franz Joseph realiseerde zich dat maar al te goed.


Afb. 3 Stempel Franz Joseph Quai Wenen


Hij gaf de overheid de opdracht haar uiterste best te doen om de nieuwe generaties uit Bosnië alle mogelijkheden te bieden zich verder te ontwikkelen. Er werden gymnasia opgericht en studenten kregen de mogelijkheid in Wenen, Praag of Zagreb studies te volgen. Zo hoopten de autoriteiten dat er een nieuwe generatie zou opgroeien die de dubbelmonarchie zou erkennen en die zich zou wijden aan een stabilisering van de toestand in dit roerige gebied. Maar in de praktijk pakte dit heel anders uit. De jonge studenten uit de arme provincies raakten in shock door de kennismaking met het rijke, welvarende leven in het mondaine Wenen. Het enige wat ze daar leerden was dat ze op geen enkele manier deel uitmaakten van dat leven en dat waarschijnlijk ook nooit zouden gaan doen. Die onvrede uitte zich al snel in allerlei pamfletten en tijdschriften die men elkaar vanuit de verschillende universiteiten toestuurde. Het gevolg was dat zich in alle universiteitssteden rellen gingen voordoen die een steeds gewelddadiger karakter kregen. Daarnaast kwamen uit Rusland berichten dat de bolsjewieken het tsaristische bewind in Moskou steeds verder in het nauw brachten. De Russische revolutie bewees dat het mogelijk was onaantastbaar geachte machthebbers ten val te brengen. Dit was voor de rebellerende studenten een enorme steun in de rug.

De regering in Wenen onderkende het gevaar en stuurde de Oostenrijkse generaal en ijzervreter Oskar Potiorek naar Sarajevo om de rust terug te doen keren.

Afb. 4 De Beg-moskee en de Bazar in Sarajevo

Hij verbood in mei 1914 vrijwel alle culturele activiteiten die hij beschouwde als mogelijke broeinesten van terreur. Deze draconische maatregel vroeg natuurlijk om een reactie en er kwamen dan ook steeds meer berichten over mogelijke staatgrepen. Potiorek kende die maar was er de man niet naar zich daardoor te laten intimideren. Toen kroonprins Franz Ferdinand dan ook besloot een bezoek aan Sarajevo te brengen, zag hij daarin geen gevaar hoewel hij wist dat hij een groot risico liep. Hij zat zelfs naast de kroonprins en zijn vrouw in de open auto die door Sarajevo reed.


Afb. 5 Afb. 5 De auto van Franz Ferdinand


Achteraf bekende de schutter Gavrilo Princip dat de kogel die hertogin Sophie trof, bedoeld was voor Potiorek. Die bleef echter ongedeerd. Door de naïeve en lakse houding van zowel de kroonprins als ook van de generaal lukte het de Bosnische rebellen op 28 juni 1914 toe te slaan. Overigens had de aanslag nog veel ernstiger gevolgen kunnen hebben: in feite stonden er zes studenten klaar om de aanslag te plegen. Vier van hen durfden op het laatste moment toch geen geweld te gebruiken, één gooide een granaat die echter door Franz Ferdinand werd opgevangen en teruggegooid. Hierdoor raakte een aantal toeschouwers ernstig gewond. Alleen Gavrilo Princip durfde het aan om te schieten.

In de revolutionaire stemming waarin Europa verkeerde, was de moordaanslag de lont in het kruitvat. Het lijkt merkwaardig dat een kleine student uit Bosnië een wereldoorlog kon veroorzaken maar voor de overal opspelende nationalistische opvattingen was deze daad genoeg om de strijd voor een eigen staat aan te gaan. Uit al die relatief kleine conflicten ontstond een wereldoorlog die miljoenen slachtoffers zou eisen.

Afb. 6 Zegels t.b.v. de oorlogsslachtoffers

John Tolsma

Lit.
G. van Hengel – Vredesduif met jachtgeweer; Historisch Nieuwsblad 2014/2
G. van Hengel – Bosnië,. Broeinest van terreur, Historisch Nieuwsblad 2014/2
Wikipedia – De eerste wereldoorlog



Centrum Philatelisten Vereniging Groningen Emmastraat 5
9722 EW Groningen
Tel: 050 - 525 96 10 info@philatelist.nl