950 Jaar Wartburg De Europa-zegel van Duitsland van 2017 was gewijd aan de Wartburg bij Eisenach, een kasteel dat al 950 jaar bestaat en omgeven is door talrijke historische en fantastische verhalen. Ook in de filatelie komen we de Wartburg geregeld tegen. Reden genoeg om eens wat dieper in dit onderwerp te duiken. Afb. 1. De Wartburg Afb. 2. De Europa-zegel met daarop afgebeeld de Wartburg Het schijnt dat de oorsprong van het slot ligt in een potje landje veroveren door ene graaf Ludwig die in 1067 tijdens een jachtpartij een berg ontdekte die hem heel geschikt leek om er een kasteel op te bouwen. Een belangrijke reden daarvoor was dat er vlakbij een belangrijke weg liep van oost naar west die vanuit een vesting goed te controleren viel. Probleem voor Ludwig was wel dat het gebied behoorde tot het leengoed van het klooster Fulda dat weer in het bezit was van de heren van Frankenstein. Ludwig bedacht een truc: hij liet s' nachts grote hoeveelheden grond van zijn eigen gebied naar de berg brengen en verstrooien. Toen hij dan ook aangeklaagd werd wegens het in bezit nemen van andermans grond, kon hij met behulp van zijn 12 ridders die hem trouw gezworen hadden, bewijzen dat de grond ter plekke zijn eigen grond was. Zo kreeg hij de berg in zijn bezit en liet er een vesting op bouwen die hij de Wartburg noemde. Zijn zoon, eveneens een Ludwig, werd in 1131 door koning Lothar III tot landgraaf van Thüringen benoemd. Afb. 3. De Wartburg in 1650 Het slot werd weldra een centrum van kunst en cultuur waar schrijvers en dichters uit heel Europa graag naar toe kwamen. Er deed zich echter een incident voor bij het huwelijk van graaf Ludwig III met een gravin van Kleve. Tijdens hun huwelijk aan de Rijn werd van de bruid een kostbaar handschrift gestolen, waarschijnlijk door de broer van de bruidegom. Het ging om het handschrift van een onafge-maakte ridderroman, de Eneïde van Hendrik van Veldeke, een schrijver uit de omgeving van Maastricht. In de Middeleeuwen zijn boeken extreem kostbaar: ze worden met de hand op perkament geschreven, vaak een werk van jaren en van elk boek bestaat dan ook meestal maar één exemplaar. Van Veldeke beklaagt zich daarover terecht: du wart dat buc te Cleve verstolen. Pas 9 jaar later kwam het werk weer boven water en werd Van Veldeke door de landgraaf Herman I naar Thüringen uitgeno-digd om het werk te hervatten. Tussen 1183 en 1189 lukte het de schrijver om de roman af te maken. Een jaar later werd begonnen met de verbouwing van de Wartburg tot een echt representatief paleis. Afb. 4. De dichter Van Veldeke Van Veldeke was zeker niet de laatste dichter uit de hoofse literatuur die zich op de Wartburg ver-voegde. De adel stelde er een eer in zich door middel van literatuur te onderscheiden van het gewone volk. De uitgenodigde dichters en troubadours brachten met hun minneliederen de status van de bewoners van deze paleizen op een hoger niveau. Natuurlijk werd de kasteelheer in de liederen welwillend bezongen en verheerlijkt in ruil voor gastvrijheid en ruimhartige beloning. Vergelijk het maar met de grote sponsoren van onze schilders uit de gouden eeuw of van de moderne musea. Aan het begin van de 13e eeuw vonden de beroemdste dichters van die tijd zo hun weg naar de Wartburg. Wolfram von Eschenbach voltooide hier zijn roman Parzival en schreef naar een ontwerp van landgraaf Hermann een een vertelling in verzen Willehalm. Ook Walther von der Vogelweide verbleef tot twee maal toe een aantal jaren op de Wartburg en prees de vrijgevigheid van landgraaf Hermann. Hij nam er deel aan de zangwedstrijden die op gezette tijden daar werden georganiseerd. Die spraken zeer tot de verbeelding wat blijkt uit een van zijn teksten die vrij vertaald luidt: "Wie last van zijn oren heeft moet niet naar het hof komen, want hij zou het gevaar lopen stokdoof te worden!" Afb. 9. De gebroeders Grimm In de sprookjesverzameling van de gebroeders Grimm uit de 19e eeuw staat het zo beschreven: "Op de Wartburg bij Eisenach kwamen in 1206 zes deugdzame en wijze mannen met gezangen tezamen en dichtten er liederen die men hierna "de Wartburg strijd" (der Sangerkrieg) noemde. De namen van de dichters waren: Heinrich Schreiber, Walther von der Vogelweide, Reimar Zweter, Wolfram von Eschenbach, Biterolf en Heinrich von Ofterdingen. Ze zongen en streden van zonsopgang tot zonsondergang." De strijd die een van de dichters bijna het leven kostte moest tenslotte door een deskundige van buiten af worden beslist. Afb. 10. Landgravin Elisabeth Maar er zijn ook verhalen die de andere kant van dit exclusieve hof leven belichten. De landgravin Elisabeth, de dochter van de Hongaarse koning Andreas II kwam in 1211 als vierjarig meisje op de Wartburg. Er was in een verdrag vastgelegd dat ze met de erfprins Hermann zou gaan trouwen. Het viel voor het gevoelige jonge meisje niet mee te wennen aan de vreemde omgeving. Toen ze zes was, kreeg ze het bericht dat haar moeder Gertrud vermoord was. Toen ze negen was, stierf haar verloofde. Zijn broer Ludwig nam zijn taak over en trouwde in 1221 met de dan veertienjarige prinses. Ze was heel religieus opgevoed en kwam daardoor al snel in conflict met het leven aan het hof dat ze verafschuwde door de mateloze verspilling die ze er zag. Juist in die tijd toen het land geteisterd werd door ziekten en hongersnood, stemde ze haar leven af op de idealen van Franciscus van Assisi: ze gaf ruimschoots aalmoezen aan de armen, zag af van kostbare pronkerige kleding, stichtte onder de Wartburg een ziekenhuis en bracht het grootste deel van haar tijd door met zorg voor de armen en de zieken. Een vorstelijke figuur met zo'n levenswandel die geld en goed weggeeft leidde al gauw tot legendevorming. De bekendste legende is wel het rozenwonder: Elisabeth is juist van plan een stel broden te brengen naar de armen als ze betrapt wordt door haar boze schoonvader. Die vraagt haar woedend wat ze nu weer van plan is. Elisabeth zegt: "Niets bijzonders, ik was juist rozen aan het plukken voor de tafelversiering." Als haar schoonvader de toegevouwen rok van Elisabeth opentrekt blijkt dat de broden plaats hebben gemaakt voor tientallen rozen. Afb. 11. Maarten Luther onder de schuilnaam Jonker Jörg Bijna 300 jaar later verschaft de Wartburg onderdak aan een persoon die geschiedenis zou schrijven. Op de avond van de 4e mei 1521 werd door soldaten een in hechtenis genomen Augustijner monnik aan de poort afgeleverd. Het ging om Maarten Luther die op de terugweg van de Rijksdag in Worms "ontvoerd" werd voor zijn eigen veiligheid en gevangen werd genomen op de Wartburg. Op 8 mei werd hij veroordeeld als ketter en was daarmee vogelvrij. Door niemand herkend leefde hij hier onder de schuilnaam Jonker Jörg.
Vermomd met een baard en gekleed als ridder ging Luther aan het werk met het schrijven van artikelen ter verdediging van de reformatie en vertaalde hij het Nieuwe Testament uit het Grieks in voor zijn tijdgenoten begrijpelijk Duits. Hoewel Luther maar een jaar op de Wartburg verbleef, bleef deze periode in de herinnering aan hem van groot belang en kreeg ook veel aandacht. Toen in 1967 werd herdacht dat Luther 450 jaar daarvoor zijn stellingen op de kerkdeur van Wittenberg spijkerde, werd niet de slotkerk van Wittenberg gekozen voor een postzegel maar de Wartburg. Iemand die de Wartburg echt in de belangstelling heeft geplaatst was de schrijver Johann Wolfgang von Goethe, die het slot in 1777 bezocht. Afb. 15. Von Goethe Het kasteel was toen grotendeels in verval geraakt en had zijn strategische betekenis volstrekt verloren. Maar Goethe was gefascineerd door de romantiek van het bouwwerk en zijn omgeving. Hij woonde er meerdere weken en schreef enthousiaste brieven aan zijn geliefde Charlotte von Stein over het slot. Hij maakt tekeningen waarin hij al lang verdwenen delen van de torens en kantelen weer zichtbaar maakt en begon al plannen te maken voor een historisch verantwoorde restauratie van de Wartburg. In oktober 1817 verzamelden zich professoren en studenten op de Wartburg, teleurgesteld over de steeds maar weerkerende (lokale) oorlogen en spraken daar de wens uit voor vrijheid en voor een Duitse eenheid. Symbolisch werden boeken en andere eigendommen van de gehate overheid verbrand, een verschijnsel dat we later weer terug zullen zien keren. Afb. 16. Studenten strijden voor nationale eenheid In de romantiek inspireerde de geschiedenis van de Wartburg talloze kunstenaars. Een paar voorbeelden: Novalis' roman "Heinrich von Ofterdingen", Richard Wagners opera "Tanhäuser und der Sängerkrieg auf der Wartburg" en het oratorium van Franz Liszt "Die Legende von der Heiligen Elisabeth". Liszt heeft zich daarbij laten inspireren door de schilderijen over het leven van Elisabeth die de schilder Moritz von Schwind in de Wartburg heeft gemaakt. Hij maakte 7 ronde schilderijen waarvan er vier zijn gebruikt voor de Duitse Nothilfe-serie van 1924 Afb. 19. Nothilfe 1924 Tussen 1838 en 1890 werd de restauratie van de Wartburg, waar Goethe zo voor gepleit had, gerealiseerd. Een exacte weergave van hoe de burcht er oorspronkelijke uitgezien zou hebben, bleek niet mogelijk maar het gebouwencomplex kreeg de vorm zoals wij die nu nog kennen. Tegelijkertijd werd het gebouw voorzien van historische voorwerpen en kunstwerken zoals houtsnijwerk van Tilman Riemenschneider en schilderijen van Lucas Cranach. Afb. 20. De Wartburg na de restauratie Een historisch gebouw met zo'n uitstraling als de Wartburg viel natuurlijk ook in de smaak van de nationaalsocialisten die in de jaren dertig van de vorige eeuw aan de macht kwamen. Zo liet de Gauleiter van Thüringen het kruis op de toren van het slot vervangen door een hakenkruis. Dat werd niet alleen de bevolking maar ook de regering in Berlijn te gek, zodat het na enkele maanden weer gedemonteerd werd. Vooral in de beginjaren van de DDR werden op deze plek nog veel bijeenkomsten georganiseerd voor burgers van beide Duitslanden en gold de Wartburg als het symbool van de Duitse eenheid. Na de bouw van de muur en het IJzeren Gordijn werd de Wartburg voor vele Duitsers onbereikbaar. Pas na de Wende kon men weer kennis nemen van dit historische fenomeen. John Tolsma Lit. D.Heinrich -Sagenumwogen und geschichtsträchtig, 950 Jahre Wartburg in DBZ nr 10, 28042017 |
Centrum Philatelisten Vereniging Groningen Emmastraat 5 9722 EW Groningen Tel: 050 - 525 96 10 info@philatelist.nl |