Het gebruik van spoorwegzegels in Nederland en België

Het gebruik van spoorwegzegels in Nederland en België

Spoorwegzegels werden niet door de posterijen uitgegeven, maar door spoorwegen. Strikt genomen zijn spoorwegzegels geen postzegels, want ze zijn niet gebruikt in het normale postverkeer. Een uitzondering hierop zijn de Belgische spoorzegels die ook in het normale postverkeer voorkwamen. Omdat spoorwegzegels, zoals gezegd, niet door de posterijen werden uitgegeven staan zij, behalve als ze tevens postaal gebruikt konden worden, doorgaans niet in een postzegelcatalogus. Zoals bekend voltrekken zich de laatste jaren grote veranderingen in de postwereld. Steeds meer bedrijven krijgen een licentie om ook op de postmarkt actief te kunnen zijn. Deze veranderingen hebben zeker gevolgen. De vraag wat een postzegel is zal herzien moeten worden. Het uitgangspunt van het begrip postzegel is erg verruimd. De kans wordt groter dat alle zegels die werden uitgegeven en gebruikt voor het vervoer van post, ongeacht wie de zegels uitgaf, tot de filatelie zullen worden toegelaten. De belangstelling voor spoorzegels zal daarom in de toekomst, net als door particuliere bedrijven uitgegeven stadspostzegels, waarschijnlijk groter worden.

Nederland
Tussen 1924 en 1944 bestond in Nederland de mogelijkheid brieven te verzenden met de trein. De afzender moest zijn post afgeven bij het bagageloket van het station. De post werd vervolgens met de eerstvolgende trein naar de plaats van bestemming vervoerd. In deze plaats werd de brief door de PTT bezorgd bij de geadresseerde. Voor deze extra service moest wel extra betaald worden (10 cent). Hiervoor verschenen speciale zegels, die naast de gewone frankeerzegels werden bijgeplakt. Slimme Nederlanders die bekend waren met de dienstregeling konden de extra betaling ontlopen door spoedpost op het station te deponeren in de brievenbus van een postwagon. Vanaf 1946 kon deze verzendwijze alleen nog gebruikt worden door de pers. Het tarief werd vijftien cent. Hiervoor werden speciale zegels gedrukt met de afbeelding van een trein. Door particulieren kon vanaf 1951 ook weer van deze dienstverlening gebruik gemaakt worden. De vergoeding liep tot 1979 op tot 55 cent. De door de NS uitgegeven spoorwegzegel moest door de NS als aanvullende frankering op de brief worden geplakt. Na 1979 konden particulieren geen gebruik meer maken van deze manier van de verzending van post.

Enkele voorbeelden van Nederlandse spoorwegzegels

België
In sommige landen, zoals België, mochten spoorzegels ook voor het normale postverkeer worden gebruikt. In België moesten pakketten zwaarder dan vijf kilo door de spoorwegen worden vervoerd. Lichtere pakketten mochten ook door de posterijen worden vervoerd. Bovendien konden ook in plaatsen waar geen station was, maar wel een postkantoor, pakketten met spoorwegzegels worden aangeboden. In België verschenen veel spoorwegzegels die, mede omdat ze ook in het normale postverkeer werden gebruikt, door veel filatelisten verzameld worden.

Spoorwegzegels van België

Spoorwegzegels
Spoorwegzegels zijn niet altijd gemakkelijk als zodanig te herkennen. In Beieren werden gewone frankeerzegels gebruikt als spoorwegzegels. Deze zijn te herkennen door een in het zegelbeeld geperforeerde 'E' (Eisenbahn). Op andere spoorwegzegels van Beieren werd de 'E' als opdruk op de zegel aangebracht. Ook de zegels van de Staatseisenbahnen tref je regelmatig aan in stockboeken en/of verzamelingen.

Spoorwegzegels gebruikt in Sachsen en Bayern

In andere landen kregen frankeerzegels doorgaans een speciale opdruk. Voor het vervoer van pakketten per trein werden in België speciale postzegels uit-gegeven.

Spoor
Over het vervoer van de post per spoor is nog veel meer te vertellen, maar dat valt eigenlijk buiten het onderwerp spoorwegzegels. Vanaf het midden van de negentiende eeuw werden de spoorwegen door de posterijen gebruikt om post te vervoeren. Al snel kwam het idee om een rijdend postkantoor in te zetten om een snellere verwerking van de post te kunnen realiseren. In Groot-Brittannië werd in januari 1838 het eerste experimentele postrijtuig ingezet op de lijn Birmingham-Londen. In 1855 reed het eerste treinpostkantoor in Nederland. Het rijdende postkantoor bestond in ons land tot 1979. In deze postrijtuigen werden speciale stempels gebruikt. Meestal staan in een treinstempel twee plaatsnamen, maar niet elk stempel met een dubbele naam is een treinstempel.

De hoofdredacteur van het maandblad Filatelie, René Hillesum, heeft op het gebied van de filatelie vele artikelen gepubliceerd. Onder andere ook over het gebruik van spoorwegzegels in zijn artikel “Een vliegtuig wacht niet”.

Als verzamelaar van de spoorwegzegels, uitgegeven in België, lees ik met veel genoegen een dergelijk artikel en ben dan met name ook geinterresserd in de bijbehorende filatelistische stukken.

In genoemde publicatie geeft hij uitvoerig uitleg van zijn onderzoeken op dit gebied.

Onderstaand het artikel van René Hillesum dat ik met zijn toestemming mocht opnemen.

“Een vliegtuig wacht niet”

We komen ze allemaal wel eens tegen: Nederlandse spoorwegzegels. Nee, in de NVPH- catalogus staan ze niet, want het zijn geen postzegels (ofschoon er toch ook andere niet-postzegels in deze catalogus staan).


De spoorwegzegels zijn zogenoemde cinderellazegels, maar absoluut verzamelwaardgi. In eerste instantie (bij uitgifte in 1914) waren deze zegels bedoeld als frankering voor per trein verzonden pakketten, en komen zodoende op vrachtbrieven voor.

De vrachtbrief hieronder is gefrankeerd met een zegel Nederlandsche Spoorwegen van 30c en een van 50c. Het betrof een zending zeep in 1921 van Den Dolder naar Zeist. Voor de 46 kilo moest 60 cent betaald worden. Overige kosten als stationskosten waren 20c. Ook de kosten werden dus in zegels verantwoord. Totaal dus 80 cent.


Deze praktijk (het gebruik van spoorwegzegels op vrachtbrieven) was tot 1 april 1924 de enige gebruiksmogelijkheid voor de treinzegels. Vanaf die datum, tot aan de spoorwegstaking in september 1944, konden de treinzegels ook gebruikt worden voor zogenoemde treinbrieven. (kort gezegd: expresse brieven die op het station werden afgeleverd om -buiten de post om- met de eerste trein verzonden werden, en vervolgens op de plaats van bestelling door de post per expresse bezorgd werden, of die station restante werden verzonden). Voorschrift was dat de oranje zegel op de achterzijde van de briefomslag werd aangebracht.





Na de oorlog komen deze treinzegels niet meer terug

Treinbriefzegels
In 1946 verschijnen de treinbriefzegels. Deze zijn dan nog uitsluitend bestemd voor het expresse verzenden per trein van poststukken. De grootste gebruikersgroep hiervan waren journalisten, die op deze wijze snel de kopij naar het medium waarvoor zij schreven konden verzenden. Naast journalisten was het ook bij fotografen een geliefd medium. Een belangrijk kenmerkend verschil met de treinzegels van voor de oorlog was dat de treinbriefzegels op de voorzijde van het poststuk aangebracht moesten worden. Vele redacties van kranten en tijdschriften hadden speciaal voorbedrukte briefomslagen voor dit doel. Niet zelden ook van een wat groter formaat.

Vliegensvlug
Niet alleen (foto)journalisten konden van deze dienst gebruik maken, maar iedereen had die mogelijkheid. Vaak gaat het dan om brieven die op het station afgehaald werden, en zo vliegensvlug bij de ontvanger aankwamen. Een andere mogelijkheid, waarvan niet zo heel vaak gebruik werd gemaakt, was om een poststuk nog net met het vliegtuig mee te laten gaan, deze per expresse per trein naar Schiphol te zenden. Zoals op de omslag duidelijk staat aangegeven werd de brief hieronder van Rotterdam naar Londen verzonden “als treinbrief naar Schiphol”. Zowel de gewone frankeerzegels als de treinbriefzegel werden gestempeld met een blokstempel van de NS. Ook in Engeland werd de expresse zending als zodanig erkend en behandeld. Ten teken daarvan werd een violet stempel Express Fee Paid geplaatst.

Tot zover het artikel van René Hillesum.

Gerrit van der Molen
Lit.: Ruud van Capelleveen, Spoorwegzegel;
René Hillesum, ‘Een vliegtuig wacht niet!’
KNBF nieuwsbrief november 2014, Auteurs: Miep & Rob Ronde



Centrum Philatelisten Vereniging Groningen Emmastraat 5
9722 EW Groningen
Tel: 050 - 525 96 10 info@philatelist.nl