Groninger Scheepvaart

Groninger Scheepvaart
Brief van een Groningse schipper vanuit Holyhead (Engeland) aan zijn agent

In deze Grunopost staat een brief afgebeeld, gestuurd door de kapitein van een zeilschip naar de eigenaar en reder van zijn schip. Als we de brief lezen, dan valt direct het taalgebruik op. Om het lezen voor ons te vergemakkelijken heeft redacteur John Tolsma de brief omgezet in onze lettertekens, zonder aan de inhoud iets te veranderen.

Zoals uit de brief blijkt, gebruikt de kapitein spreektaal van die tijd met daarin het Gronings dialect. De brief getuigt ook van de geringe schoolopleiding die de kapitein heeft genoten. Zoals bij vele brieven aan reders wordt melding gemaakt van tegenslagen in het varen op zee. De scheepvaart is nog zeer afhankelijk van een gunstige wind.

Vooral in Groningen speelde de scheepvaart een grote rol. Zowel wat de bouw van schepen betreft, die nauw samenhing met de turf afgravingen, en het transport van het product. Geleidelijk heeft de Groninger scheepvaart zich uitgebreid naar havens aan de Oostzee, waarvoor grotere schepen nodig waren. Veel wrakken liggen nog op de bodem van de zee. Deze hebben echter door het geringere zoutgehalte van het zeewater, minder te lijden gehad van de paalworm. Teneinde het scheepvaart verleden voor de toekomst zeker te stellen werd op 10 Januari 1930 in Groningen de Vereniging Noordelijk Scheepvaart Museum opgericht. Het doel was het bijeenbrengen, in stand houden en uitbreiden van een verzameling voorwerpen en de daarop betrekking hebbende documentatie betreffende de maritieme historie van Nederland en meer in het bijzonder die van de provinciën Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel, èn die van de kleine handelsvaart met het oogmerk deze verzameling in de Gemeente Groningen voor het publiek toegankelijk te maken.

Eind jaren 20 van de 20ste eeuw werd de restauratie van het voormalig Goudkantoor voltooid. Dit werd door B&W bestemd voor het Noordelijk Scheepvaartmuseum. De scheepvaart maakte in de laatste eeuwen een grote verandering door. Van de zeilvaart naar de stoomschepen en later naar de motor aangedreven schepen. Hoewel vooral de provincie Groningen in de scheepvaart en scheepsbouw een ooraanstaande rol heeft gespeeld was de stad dit keer niet "Nummer Ain". Rotterdam in 1874 en Amsterdam in 1922 gingen Groningen voor.

De drijvende kracht achter het Groninger Museum was Theunis Mellema die op Schiermonnikoog werd geboren en reeds op 14 jarige leeftijd in 1884 ging varen op een schoener van zijn oom die kapitein/eigenaar was. Van 1890 tot 1898 was Theunis stuurman op diverse schepen. Daarna kwam hij aan wal. Eerst als havenmeester in Urk en later als sluismeester in Zoutkamp. In 1919 werd hij inspecteur van de schepenwet in Groningen, die het rijkstoezicht had over de scheepvaart met onder anderen als doel verhoging van de veiligheid.

Mellema was ook de man die in de jaren twintig er voor zorgde dat binnenschepen zonder diploma de Oostzeevaart mochten doen. Juist daardoor is de band tussen de Oostzeehavens en Groningen van zo'n grote betekenis geworden. Typen schepen waren "kogge, smak, galjoot, kof, hoeker en schoener". Ze zijn in het museum te zien, deels als afbeelding, maar ook al mooie exemplaren uit de modelbouw.

In de filatelie heeft de themaverzamelaar een enorm aantal zegels waaruit hij kan putten. Ook voor de verzamelaar van postwaardestukken is er veel te halen. Met de schepen werden poststukken vervoerd en brieven aan de reders, relaties en familie gestuurd. een voorbeeld ervan vindt u nu in deze Grunopost. Een catalogus van schepen vindt u in onze bibliotheek.

Niet onvermeld mag blijven dat er in Nieuwe Pekela "Het Kapiteinshuis" is gevestigd dat een museum is van de Groninger scheepvaart. Het museum is gesticht en wordt beheerd door de heer Drs. A. Westers, destijds directeur van het stad Groninger Museum van oudheden. Het museum is in de maanden april t/m september op woensdag, donderdag en vrijdag 's middags te bezichtigen. Nadere informatie via www.kapiteinshuis.nl. Zo zien we dat de Groninger scheepvaarthistorie onder 'onze' musea ruim vertegenwoordigd is.

Zeetjalk Groningen


Holehet den 10 Desember 1858

Boekhouder en vriend A Waalkens

Op Maandag den 22 November zijn wij van Liverpool vertrokken de Windt ZZO moi weer maar bij Holihet komen kregen wij de Windt van het ZZW harde koelte. konden niet avonzeren (opschieten); zijn op Zaterdag den 27 dito hier te Holihet binnenlopen. op Maandag den 6 Desemb. de Windt tzelve maar moi Weer. doe zijn wij weer vertrokken met de hele vloot. wij lagen hier plm tusschen de 50 à 60 schepen, klein en groot allerhande soort grote 3 mastschepen. maar kregen weer een harde Windt nogal Z, ZtW (zuid ten westen) en ZtO (zuid ten oosten) maar geen regen. een droge Z-delijke Windt maar konnen niets avonseren. zijn gisteren weer te rugge keert en hier op de Ree (rede) ten Anker komen. mij dunkt nu leggen hier wel100 Scheepen op de Windt te wagten. als wij hier nog an den 20 dezer liggen moet, zou ik bij gezondheid weer schrijven en zo wij er vertrekken dan schrijf ik niet. Het loopt wat tegen met de Windt hoe lang de rieze (reis) nog duurt dat weet men niet. Ik wou wel dat gij mijn vrouw een 200 gulden doet zij zou er wel iemand om Stuuren. Ik denk T.Pot (collega-schipper?) zou wel al thuis wezen. Het lied (ligt) hier best maar men wordt niets van Holland gewaar. Teken mij na Groeting an u moeder de de verder Rijderij (rederij)
U DWDR (uw dienstwillige dienaar en) vriend A A Karsijns



Envelop Waalkens


Brief Karsijns - Klik op de brief voor een vergroting!

C. Volckmann
Bibliothecaris



Centrum Philatelisten Vereniging Groningen Emmastraat 5
9722 EW Groningen
Tel: 050 - 525 96 10 info@philatelist.nl