De Grote Oorlog – Krijgsgevangenkamp Friedrichsfeld bei Wesel

De Grote Oorlog – Krijgsgevangenkamp Friedrichsfeld bei Wesel

Dit keer nemen we een kijkje in een Duits kamp uit de Eerste Wereldoorlog, namelijk het kamp Friedrichsfeld bei Wesel (Rheinland). Het is gelokaliseerd vlak onder Wesel, vanuit Nederland gezien ter hoogte van ‘s-Hertogenbosch. Waar kunnen we het kamp plaatsen? Ten westen op korte afstand van de Hindenburgstraße, in het noorden aan het WeselDatteln-Kanal dat verderop uitmondt in de Rijn. De grens in het zuiden was de toenmalige „Hünxer Weg". De oostgrens werd bepaald door de grootte van het kamp en lag vermoedelijk vlak bij de gevangenen begraafplaats. De hoofdingang was aan de westkant. Het geheel werd omgeven met bewaakte wachttorens.


Plattegrond van het kamp

Direct aan het begin van de oorlog op 1 augustus 1914 begon het bouwbedrijf Ziegler met het bouwen van een barakkenkamp. Al snel kwamen de eerste gevangenen het kamp binnen, die gelijk mee moesten helpen met de opbouw. Dit waren in het begin hoofdzakelijk Franse militairen. Later in de herfst van 1914 werden ook Russische militaire gevangenen in het kamp opgenomen. In de Friedrichsfelder schoolkroniek vermeldt een leraar: “De Friedrichsfelders wennen snel aan het kamp en de bedrijvigheid daar. Al bleef het voor de omwonenden toch wel een sensationeel oord die de nieuwsgierigheid trok.” Alhoewel de gevangen soldaten de humor van het bekijken wel konden waarderen; door hun werd de Neue Hünxer Strasse dan ook de “Spazierweg der tugendhaften Damen” genoemd. Oftewel de wandelweg van de deugdzame dames.


Gevangen genomen militairen

Om het directe zicht op het kamp af te schermen, werden er door het militair regime greppels gegraven en wallen en muren opgericht. Men kon nu alleen van grotere afstand nog in het kamp kijken. Reeds in het begin van 1915 waren er in Duitsland al 650.000 krijgsgevangenen gemaakt, die natuurlijk allemaal een onderkomen moesten hebben. Dit aantal liep gedurende de oorlog nog flink op. Het kamp Friedrichsfeld kende 30 dubbel-barakken van 15 meter breed, 60 meter lang en 4,5 meter hoog. Elke barak had een A en een B afdeling en kon 750 man huisvesten, wat dus een totale capaciteit van 22.500 man betekende. Het kamp Friedrichsfeld was daarmee het grootste kamp in het gebied van het VII legerkorps. In de gehele periode van de Eerste Wereldoorlog werden er 79.161 gevangenen geregistreerd, waarvan 36.578 Britten, 23.919 Fransen, 13.453 Russen, 1.630 Belgen, 1.466 Portugezen, 1.334 Italianen, 650 Serviërs, 10 Amerikanen, 3 Roemenen en 118 burgers. De krijgsgevangenen mochten, voor zover het geen officieren waren, ingezet worden voor allerlei vormen van arbeid. Velen werden in de landbouw tewerkgesteld, maar ook velen bij bedrijven in en om Wesel. In totaal zijn er van de gevangenen in Friedrichsfeld 602 gestorven tijdens de oorlog. De gedenksteen op het zgn. “Franzosenfriedhof" in Friedrichsfeld herinnert vandaag de dag nog aan de overledenen uit de periode 1914-1918.


De gedenksteen op het Franzosenfriedhof

Rond de 100 Duitse soldaten, in de regel wat oudere mannen die vreemde talen beheersten, waren in dienst bij de censuurafdeling van het kamp. De enorme hoeveelheid post, dagelijks gemiddeld 3000 in- en uitgaande stukken, moest verwerkt worden. Alle inkomende post werd gecontroleerd op berichten over de situatie in de landen van herkomst. Alle uitgaande post werd gecheckt op berichten die de vijand informatie konden geven over de situatie in Duitsland. Op onderstaande foto een beeld van de overvolle censuurafdeling in bedrijf.


De overvolle censuurafdeling

De gevangenen waren totaal van het thuisland afgesneden. Het enige nieuws dat ze in hun isolement kregen waren de in het kamp verkrijgbare kranten zoals de Cölnische Zeitung of de geïllustreerde Die Woche, en de door de censuur goedgekeurde buitenlandse kranten en tijdschriften zoals La Gazette des Ardennes, La Gazette de Lorraine en Le Bruxellois alsook natuurlijk de post die ze van het thuisfront ontvingen. Voor de gevangenen waren de pakketjes die ze ontvingen, van groot belang. Ze bevatten meestal voedsel, kleding en ook geld. Daarboven hadden ze natuurlijk grote emotionele waarde: aandacht van het thuisfront. De pakketten werden in het bijzijn van de gevangenen geopend. Dit om de schijn te vermijden dat er uit de pakketten gestolen zou worden door de Duitse soldaten.

De gevangen mochten eenmaal per week een briefkaart versturen en eenmaal per twee weken een brief. Het briefpapier en de kaarten kon men in de kantine kopen. Daartoe behoorde natuurlijk ook een keur aan ansichtkaarten met de opdruk Friedrichsfeld. Uiteraard zijn er ook klachten geweest over de censuur die toegepast werd op de post. Vele brieven en kaarten zijn nooit verstuurd zonder dat de verzender hiervan op de hoogte werd gesteld. Enig zoekwerk op Google leverde nog enkele fraaie ansichtkaarten en wat meer informatie op.

Voor- en achterkant van een briefkaart



Briefkaart

Mooi stempel: Van binnen naar buiten: Geprüft Taxfrei, Postprüfungsstelle des Gefangenenlagers Friedrichsfeld b Wesel, Kriegsgefangenensendung * F.A. * F.A. staat voor Fristgemäss abgefertigt oftewel verzonden binnen gestelde tijd. Gebruikelijk was dat de poststukken enkele (mogelijk 10) dagen werden vastgehouden voordat ze werden verzonden.Een tweede poststuk uit het kamp met een mooi stempel. Van binnen naar buiten: Brief Stempel, Postprüfungsstelle des Gefangenenlagers Friedrich-feld b Wesel. Met extra stempels Kriegsgefangenen Sendung. Het stuk is een antwoordkaart gericht aan het Hulpbureau voor krijgsgevangenen in Bern Zwitserland verzorgd door het comité uit Bazel. Het vraaggedeelte kon de krijgsgevangene houden, het antwoorddeel moest teruggestuurd worden. De vragen zijn wel erg simpel.

- Is het brood goed? Goed genoeg.
- Hard – beschimmeld? Nee
- Hoe gaat het? Heel goed
- Wilt U nog iets anders? Ja



De gevangenen in Friederichsfeld vormden een attractie voor de bewoners van Wesel. Zoals de Groningers in 1914 massaal naar de Verlengde Hereweg trokken om bij de Rabenhauptkazerne de Engelse geïnterneerden te zien, zo trokken de inwoners van Wesel in groten getale naar Friedrichs-feld. De ansichtkaarten maken wel duidelijk waarom deze soldaten voor de Duitse inwoners bijzonder waren. Op de foto's gemaakt bij het gymnasium dat was ingericht als Lazarett (hospitaal) zien we vooral zg. Turkos, eenheden van het Franse leger die samengesteld waren uit mannen uit de Noord-Afrikaanse koloniën zoals Marokko, Tunesië en Algerije. Ze waren aan hun exotische kleding ook als zodanig herkenbaar en spraken kennelijk tot de Duitse verbeelding. Deze eenheden waren te vergelijken met het Franse Vreemdelingenlegioen dat al in 1870 was ingezet in de Frans-Duitse Oorlog.


Let ook op de wat denigrerende onderschriften bij de foto's van vreedzaam bij elkaar staande mannen: Unsere Feinde in der Gefangenschaft. Sommige krijgsgevangen werden ingezet als knecht op boerderijen in de omgeving en daar ook gehuisvest. De drie dubbele woningen waarin ze werden ondergebracht heetten in de volksmond al gauw de “Apenhuizen”.

Maar niet alleen Duitsers keken vreemd aan tegen deze soldaten. Het toppunt is te vinden in het Arnhems Dagblad dat even de grens over is gewipt om poolshoogte te nemen. Het meldt: ”In 1918 bevonden zich in dit kamp geen negers, Turken, Gurka's, Bengali's, Nieuw-Zeelandse Papoea's en andere wilden of halfwilden meer, die de geallieerden als hulptroepen gebruikten.” Oorlog blijft een verschrikkelijk verschijnsel maar laten we hopen dat we bijna 100 jaar later toch een wat genuanceerder beeld van vijandelijke troepen hebben, ook al kost dat soms moeite als we naar het Nabije Oosten kijken.

In de periode september 1914 tot en met 1916 werd er wekelijks een kampkrant uitgegeven in een oplage van 5000 stuks. Ook was er zoals in vele andere kampen vertier in de vorm van concerten en theatervoorstellingen. Het leven in het kamp was vergelijkbaar met het leven in andere kampen.




Een veldpostkaart verzonden vanuit het kamp

In de Tweede Wereldoorlog werden in het kamp dwangarbeiders opgesloten, voornamelijk afkomstig uit de Oekraïne (Sovjet-Unie). Overledenen werden begraven op het Franzosenfriedhof, waaronder 99 jonge kinderen, geboren in de interneringskampen maar gestorven tijdens de hongerwinter van 1944-1945. In het voorjaar van 1945 werd het gebied gebombardeerd in het kader van voorbereidingen van de Engelsen om de Rijn over te steken. De burgerlijke stand van de stad Voerde heeft 352 doden, die in de jaren 1941 tot 1945 begraven zijn, geregistreerd.

Tegenwoordig is op de plaats van het kamp een woonwijk gelegen.

Jan Poel

Bronnen: Brochure: Friedrichsfeld im ersten Weltkrieg 1914-1918, Das Kriegsgefangenenlager: Archiv des Förderverein Bürgerhaus Friedrichsfeld, Voerde-Friedrichsfeld
Masterarbeit von Felix Hildebrand Universität Duisburg-Essen: Das Kriegsgefangenenlager Friedrichsfeld im Ersten Weltkrieg http://friedrischfeldpowcamp.tumblr.com



Centrum Philatelisten Vereniging Groningen Emmastraat 5
9722 EW Groningen
Tel: 050 - 525 96 10 info@philatelist.nl