Het driemanschap van 1813 Van januari 1795 tot december 1813 kende Nederland een twee vormen van bestuur. Nadat op 18 januari 1795 stadhouder Willem V naar Engeland was gevlucht werd de Bataafse Republiek uitgeroepen. De Bataafse Republiek Deze republiek vormde geografisch gezien een groot gedeelte van het huidige Nederland en was gelijk aan de voormalige Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De bekendste veranderingen bij het ontstaan van deze republiek waren wel de overgang naar een meer gecentraliseerde regering, een meer uniforme rechtspraak, voor alle gewesten de zelfde munteenheid, eenheid in maten en gewichten en dezelfde belastingheffing. Voor filatelisten is het ook van belang te weten dat daarmee ook een centraal systeem voor postbezorging werd ingesteld. Op 1 maart 1796 kwam de Nationale Vergadering voor de eerste keer in zitting bijeen. Maar een eenheid werd de republiek niet. In 1798 werd een staatsgreep gepleegd door ontevreden landgenoten. Een grondwetswijziging betekende het einde van de Bataafse Republiek. Men ging verder onder de naam Bataafs Gemenebest. Ook dit was geen lang leven beschoren. Napoleon Bonaparte zag dat er een betere controle nodig was om zijn gebieden goed te besturen. Hij besloot dat het Bataafs Gemenebest de naam moest krijgen van het departement dat de leiding had over de republiek: Holland. Van 1806 tot 1810 kreeg ons land de naam Koninkrijk Holland. Het Koninkrijk Holland De broer van Napoleon, Lodewijk, werd benoemd tot koning. Maar ook dit koninkrijk was ook geen lang leven beschoren. In de winter van 1809 vond er een Engelse invasie plaats op het eiland Walcheren. De Engelsen werden door de Franse en Nederlandse troepen verdreven waarna in december 1809 Walcheren onder Frans bestuur werd geplaatst. Op 16 maart 1810 werd het gehele gebied ten zuiden van de Waal en de Merwede door Frankrijk ingelijfd. Dit betekende het einde van het Koninkrijk Holland. Hoewel Lodewijk Napoleon op 1 juli 1810 werd opgevolgd door zijn zoon Napoleon Lodewijk, werd Holland door Napoleon Bonaparte op 13 juli 1813 ingelijfd bij Frankrijk. Nederland was dus vanaf dat moment een deel van het Franse keizerrijk. Maar ook deze inlijving heeft niet lang geduurd. De ontwikkelingen volgden elkaar in hoog tempo op. Op 17 november 1813 werd te ’s-Gravenhage het “Driemanschap van 1813” ingesteld. Het is dus dit jaar precies tweehonderd jaar geleden dat het Driemanschap, ook wel het Voorlopig Bewind genoemd, werd ingesteld. Dit Driemanschap bestond uit de personen Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg Stirum. Het Driemanschap leeft onder andere voort middels een standbeeld op Plein 1813 te Den Haag. Standbeeld van het Driemanschap op Plein 1813 Het Driemanschap werd gevormd nadat Charles François Lebrun en de Franse troepen met veel haast de Hollandse Departementen hadden verlaten. Een deel van deze departementen vormen thans het huidige Nederland, de overige België dat zich twintig jaar later van Nederland afscheidde. Op 20 november 1813 vaardigde het Driemanschap in Den Haag een proclamatie uit waarin het algemeen bestuur werd aangesteld. Een dag later volgde een proclamatie met de kennisgeving dat er een “Algemeen Bestuur der Nederlanden is, in naam van de Prins van Oranje” en dat “alle landgenoten worden ontslagen van hun eed van trouw aan de Keizer der Fransen”. Middels deze proclamatie werd een “Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden” uitgeroepen. De drie staatslieden stuurden een uitnodiging naar de Prins van Oranje die in Nederland door velen inmiddels was vergeten. Hij werd per brief uitgenodigd om terug te keren naar Nederland om hier als “soeverein vorst” de regering op zich te nemen. Dit zou voorkomen dat de natie een anarchie zou worden of dat Nederland mogelijk door Engeland of Pruisen zou worden ingelijfd. Prins Willem aanvaardde de uitnodiging, waarop een Engels fregat hem naar Scheveningen bracht. Daar zette hij op 30 november 1813 voet op Nederlandse bodem.
De 's-Gravenhaagsche Courant van dien tijd was opmerkelijk kort in haar verhaal: "Dezen voormiddag wierden van Scheveningen twee groote schepen gezien, die echter door den wind belet wierden vroeger dan omstreeks vier uren het land te naderen. Dadelijk verspreidde zich het gerucht dat Prins Willem VI aan boord van een derzelve was. De toeloop naar den Scheveningschen weg was daarop zeer groot en het vreugdegejuich der menigte onbeschrijvelijk. Een weinig voor vijf uuren kwam de Prins in den Haag aan." (Uit: Geschiedenis van Scheveningen door J.C. Maas). Johan Herman Isings (1884-1977) maakte op zijn schoolplaat links, over de landing van de Prins van Oranje gebruik van de gravures uit 1813. Rechts de aankomst van prins Willem Frederik van Johan Willem Heyting (1915-1995). (Bron: Hethuisvanoranje.nl). Op 2 december 1813 werd Willem I in Amsterdam uitgeroepen tot soeverein vorst. Daarmee is het “moderne” Koninkrijk der Nederlanden de zelfstandige staat geworden die het tot vandaag is gebleven. 6 December 1813 werd de aanvaarding van de soevereiniteit door Willem I gepubliceerd. De nieuwe onafhankelijkheid werd een feit en Nederland kon aan een nieuwe toekomst beginnen. Door de Nederlandse posterijen is aan deze gebeurtenis ook aandacht geschonken. In 1913, dus 100 jaar na de stichting van het Koninkrijk der Nederlanden, verscheen de bekende jubileumserie met daarop de afbeeldingen van koningin Wilhelmina en de koningen Willem I, Willem II en Willem III. Op de waarden van 2½ ct, 12½ ct en 1 gulden staat koning Willem I afgebeeld. In 1963 verscheen er een serie van vier zegels met als thema: “onafhankelijk”. Op deze zegels zien we de landing te Scheveningen, het Driemanschap en de eedaflegging door koning Willem I. Wie waren de drie personen van het Driemanschap dat zo belangrijk was dat het in staat was om genoemde proclamaties uit te vaardigen? Hoe kon het dat de Nederlandse bevolking het hier in grote lijnen mee eens was? Gijsbert Karel van Hogendorp was zeer Oranjegezind. Op voorspraak van Wilhelmina van Pruisen kreeg hij scholing aan de kadettenschool te Berlijn. In 1778 werd hij vaandrig in het regiment van Frederik Hendrik Lodewijk van Pruisen en na de Beierse Successieoorlog page aan het hof van koning Frederik II de Grote van Pruisen. Na een verblijf van ongeveer een half jaar in Amerika keerde hij in 1784 terug naar Nederland. In 1786 promoveerde hij te Leiden in de studie rechten. In juni 1787 was hij betrokken bij de voorbereiding van de terugkeer van de toenmalige prinses Wilhelmina naar Den Haag. Vervolgens werd hij pensionaris van Rotterdam tot aan de vlucht van stadhouder Willem V in 1795. Na de Bataafse Revolutie in 1795 werd hij echter aan de kant gezet vanwege zijn openlijke steun aan Oranje. Hij heeft vele, met name bestuurlijke en juridische stukken geschreven en diverse functies bekleed, onder andere lid van de Tweede Kamer en meerdere ministers-posten. Leopold van Limburg Stirum kwam uit een oud adellijk geslacht. Als militair werd hij in 1768 kadet bij het garderegiment Oranje-Gelderland. Hij werd daarna achtereenvolgens bevorderd tot vaandrig, tot luitenant en daarna tot kapitein. Nadat hij het leger verliet werd hij rentmeester bij de meierij van Den Bosch. Omstreeks 1812 leerde hij Van Hogendorp kennen waardoor hij één van de leden van het Driemanschap werd. Ook Van Limburg Stirum heeft enkele ministersposten bekleed en was lid van de Eerste Kamer. Frans Adam van der Duyn van Maasdam, officieel Adam Frans Jules Armand graaf van der Duyn, heer van Maasdam, was officier en kamerheer van de erfprins. Bij het vertrek van de Fransen in 1813 vormde hij met bovengenoemde twee heren het Driemanschap. In 1814 en 1815 maakte hij deel uit van de commissie om de grondwet op te stellen. Vervolgens werd hij gouverneur van het huidige Zuid-Holland. Later werd hij hofmaarschalk van koning Willem II. Tevens is hij lid geweest van de Eerste Kamer en werd later benoemd tot Minister van Staat. Gerrit van der Molen |
Centrum Philatelisten Vereniging Groningen Emmastraat 5 9722 EW Groningen Tel: 050 - 525 96 10 info@philatelist.nl |