De dichtende zeeman, Joachim Ringelnatz

De dichtende zeeman, Joachim Ringelnatz

Een mannetjespostzegel beleefde
Heel iets moois voordat hij kleefde.
Hij werd door een prinses gelikt
Toen was zijn liefde snel gewekt.
Hij wilde haar ook heel graag kussen
Maar te veel afstand zat er tussen.
Zo heeft hij haar vergeefs bemind
Wat tragisch voor die kleine vrind!


de postzegel met boven de oorspronkelijke tekst

Dit is een wat vrije vertaling van de tekst die te lezen valt op de postzegel die de Bundespost gewijd heeft aan de dichtende zeeman Joachim Ringelnatz (1883 - 1934). Een passende tekst want hoe vaak is een postzegel en dan ook nog eens een mannetjespostzege, onderwerp van een gedicht? Bovendien is het een mooi voorbeeld van de ongewone manier van leven en werken die karakteristiek is voor Ringelnatz. Er is nauwelijks een schrijver te vinden die zo'n merkwaardige levensloop gehad heeft als deze Duitse dichter en schilder, die meer dan 30 beroepen heeft gehad en wiens werk eerst bejubeld, daarna verbrand en tenslotte weer teruggevonden werd.

Joachim Ringelnatz heeft zeker geen saai leven gehad. Hij voer als lichtmatroos over de wereldzeeën, verdwaalde in de oerwouden van Belize, showde reuzenslangen op de kermis van Hamburg, bedelde als dakloze om geld voor wat eten, werkte zich kapot in een Engels zeeliedentehuis, gaf zich uit als de kalief van Bagdad, werkte als toeristengids in het Ertsgebergte, zat wegens oplichting in de gevangenis van Amsterdam en opende in München een winkel waar men tabak en gedichten kon kopen, die prompt failliet ging. Tenslotte kreeg hij een goedbetaalde baan in een reisbureau die hij echter na drie dagen al weer kwijt raakte toen zijn chef in de gaten kreeg dat hij helemaal geen vijf talen vloeiend sprak, zoals hij had beweerd bij zijn sollicitatie. Kortom: aan gebrek aan fantasie en vreemde belevenissen heeft het hem nooit ontbroken.


Niet gekozen ontwerp voor de zegel van Ringelnatz


Huisdichter voor een biertje en twee mark
Ringelnatz die in 1883 in Leipzig werd geboren oefende 30 verschillende beroepen uit maar zijn roeping was: schrijven. In 1908 bezocht hij in München het kunstenaarscafé "Simplicissimus". Daar konden gasten met zelfgemaakte teksten, gedichten en liederen optreden. Ook Ringelnatz sprong op het toneel en oogstte met zijn hartstochtelijke voordrachten een daverend applaus. Vanaf dat moment was Ringelnatz niet alleen stamgast maar meer dan dat. De bardame had al na een paar avonden in de gaten dat de zeemansverhalen van de voormalige matroos extra klanten aantrokken en ze stelde hem aan als huisdichter tegen het loon van één bier en twee mark per avond. Onder de toehoorders in "Simplicissimus" zaten vele beroemde schrijvers, kunstenaars en regisseurs, zoals Frank Wedekind, Ludwig Thoma en Max Reinhardt. Ze hielpen Ringelnatz bij het publiceren in satirische tijdschriften en moedigden hem aan zijn teksten in boekvorm uit te geven, wat hij in 1910 ook deed.

Het is nooit te laat om te leren
Door de ontmoeting met alle kunstenaars en schrijvers die gestudeerd hadden, realiseerde Ringelnatz zich dat hij nauwelijks een opleiding had gehad. Hij had altijd de pest aan school gehad en had zodra dat kon de school achter zich gelaten om aan te monsteren als scheepsjongen. Maar de ervaren zeeman nam op zijn 27e privé-les Latijn, geschiedenis en andere vakken om zijn achterstanden weg te werken. Avond aan avond ging hij aan de studie met de grote werken uit de wereldliteratuur. Hoewel Ringelnatz al snel erkenning vond in de kringen van de kunstenaars, zou het nog zeker tien jaar duren voor het grote publiek zijn werk begon te waarderen. Pas in de gouden jaren 20 van de Weimar-republiek kon Ringelnatz van zijn schrijfwerk leven. Hij toerde door Duitsland en trad op in cabarettheaters, nam grammofoonplaten op en publiceerde bijna ieder jaar een nieuw boek. In 1927 verscheen zijn bekendste verzameling gedichten over de zeeman Kuttel Daddeldu. Daarnaast was hij actief als kunstschilder.



Ringelnatz boven als kunstschilder en onder één van zijn werken

"Kuttel Daddeldu" op de brandstapel
Joachim Ringelnatz had weliswaar een trouwe fanclub maar geen van zijn boeken kende zo'n grote oplage dat hij en zijn vrouw er zonder financiële zorgen van konden leven. In de ogen van vele critici was Ringelnatz, alleen al vanwege zijn merkwaardige levensloop, verdacht en met zijn mengeling van onzinnigheden en diepzinnigheden konden ze niets beginnen. Een gedicht als dat over de mannetjespostzegel konden de serieuze Duitse kunstcritici natuurlijk niet waarderen. Toen de nationaal-socialisten in 1933 de macht overnamen, was het gedaan met de carrière van Ringelnatz. Zijn sarcastische "Kuttel Daddeldu" gedichten belandden op de brandstapel bij de boekverbrandingen en Ringelnatz zelf werd verboden nog langer op te treden. Daarmee werd de grond onder zijn voeten weggetrokken. Volledig verarmd stierf hij in1934 in Berlijn aan tuberculose.

Van gedicht naar postzegel
Na de Tweede Wereldoorlog werden zijn gedichten herontdekt. Steeds meer lezers werden enthousiast voor zijn tragikomische gedichten, zijn groteske onzingedichten maar ook voor zijn melancholieke serieuze poëzie. Zijn humoristische gedichten zijn tegenwoordig in veel schoolboeken terug te vinden. Het zou de dichter van de "manntjespostzegel" veel plezier gedaan hebben om te zien dat hij, die voor zijn dood door zo velen geminacht werd, zelfs twee keer op een postzegel vereeuwigd zou worden. Want naast deze zegel uit 2008 heeft de Bundespost Berlin ook al in 1983 een postzegel gewijd aan dit opmerkelijke en avontuurlijke buitenbeentje van de Duitse literatuur. ( Mi 701)

De postzegel uit 1983 gewijd aan Ringelnatz


Wie meer wil weten over Joachim Ringelnatz:
www.ringelnatz.net
www.ringelnatz-museum.de
www.ringelnatz-verein.de

John Tolsma

Lit.: Postfrisch, das Philatelie-Journal, Juli/August 2008



Centrum Philatelisten Vereniging Groningen Emmastraat 5
9722 EW Groningen
Tel: 050 - 525 96 10 info@philatelist.nl