Willem Barentsz

Willem Barentsz

Rond 1550 werd in Formerum op Terschelling Willem Barentsz geboren, die bijna 5 eeuwen later, nog steeds tot de verbeelding blijft spreken getuige zijn 56e plaats bij de verkiezing van de grootste Neder-lander aller tijden in 2004. Juist omdat zijn verhaal nog steeds bekend is, lijkt het me leuk om eens te zien of dit ook filatelistisch te documenteren valt. (afb. 1)


Afb. 1: Willen Barentsz

Willem Barentsz heeft drie pogingen gedaan om via de Noordelijke IJszee een doorgang te vinden naar de Oost die echter alle drie mislukten. In 1594, 1595 en 1596 vertrok hij, samen met o.a. Jacob van Heemskerck, naar het noorden om een noordoostelijke doorvaart te vinden. Even zovele keren mislukten die expedities. Toch is hij bekender geworden dan veel van zijn tijdgenoten die, langs zuidelijker routes, wel een geslaagde reis naar het Verre Oosten maakten.

Er zijn eigenlijk vier verklaringen voor zijn bekendheid. De eerste is het feit dat Gerrit de Veer, één van zijn reisgenoten naar de Noordelijke IJszee, een dagboek bijhield dat een verslag deed van de overwintering op Nova Zembla. De tweede is een werk van de dichter Hendrik Tollens uit 1819: Tafereel van de overwintering op Nova Zembla en de derde is de beroemde schoolplaat van Johan Herman Isings over de overwintering die velen van u zich nog wel herinneren van de lagere school. Tenslotte mag ook niet de walvisvaarder Willem Barentsz vergeten worden die in de jaren na de Tweede Wereldoorlog vele reizen naar de Zuidpool maakte om voor de margarine-industrie en voor Draaisma’s levertraan de grondstoffen te leveren.

Maar eerst even terug naar het leven van Willem Barentsz. Hij was niet alleen ontdekkingsreiziger maar ook koopman en wetenschapper. Vóór de expedities naar het noorden had hij al een atlas van de Middellandse Zee gemaakt. Toen hij in 1594 zijn eerste reis naar het noorden maakte in een poging Azië te bereiken, volgde hij de kust van Nova Zembla maar werd gestuit door het pakijs. Het tweede schip van de expeditie had meer geluk en bereikte de Karazee voor het gedwongen werd terug te keren. Dat leek perspectief te bieden en daarom werd een jaar later opnieuw getracht deze route naar Azië te vinden samen met Jacob van Heemskerck. Maar met zijn schip de Windhond bereikte hij weer niet de Karazee. In 1596 probeerden Barentsz en Heemskerck het voor de derde keer. Barentsz voer nu op de Witte Swaen. Het was de cartograaf en dominee Petrus Plancius (afb. 2) die het initiatief nam voor deze reis en de expeditie financieel ondersteunde.


Afb. 2: Petrus Plancius

Barentsz voer nu eerst verder noordwaarts en ontdekte daar Veere-eiland (nu Bereneiland) en Spitsbergen, dat hij Het Nieuwe Land noemde. Eén schip onder gezag van Jan Cornelisz. Rijp probeerde een doorvaart ten westen van Spitsbergen te vinden en Barentsz vervolgde zijn route tussen Spitsbergen en Nova Zembla. (afb. 3) Hij slaagde er wel in de noordpunt van Nova Zembla te ronden maar daarna kwam zijn schip vast te zitten in het ijs met noodlottige gevolgen. Het werd letterlijk gekraakt en van een voortzetting van de expeditie was geen sprake meer. Om de winter door te komen werd van de resten van het schip een huis gebouwd dat de toepasselijke nam kreeg Het Behouden Huys. (afb. 4, 5 en 6) Daarin werd de winter doorgebracht. In de lente van 1597 werd een sloep gebouwd waarmee de zeventien opvarenden terugkeerden naar de bewoonde wereld. Willem Barentsz maakte dat echter niet meer mee, hij stierf na één week aan boord van de sloep. Ook van de andere bemanningsleden stierven er door ontberingen nog vier. De overlevenden werden opgepikt door het schip van Jan Cornelisz. Rijp dat de doorgang ook niet had gevonden maar wel behouden naar Spitsbergen was teruggekeerd.


Afb. 3: Nova Zembla




Afb. 4: Het Behouden Huys



Afb. 5 en 6: Het Behouden Huys




Afb. 7: Walvisjacht




Afb. 8: Walvisjacht




Afb. 9: Het harpoen wordt geworpen

Gerrit de Veer maakte van de overwintering in Het behouden Huys een reisverslag dat de basis is gaan vormen van de romantische geschiedschrijving van Tollens en de schoolplaten van Isings. Daarin spelen de strijd met ijsberen en de jacht op zeehonden en walvissen de belangrijkste rol. Tollens en Isings hebben de avonturen van Willem Barentsz en zijn bemanning tijdens de barre overwintering zodanig weergegeven dat deze geschiedenis voorgoed in het geheugen van de Nederlanders is blijven hangen, hoewel de drie expedities geen resultaat hadden opgeleverd. Die legendarische geschiedenis heeft er toe geleid dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw de eerste Nederlandse walvisvaarder genoemd werd naar Willem Barentsz, weliswaar aangepast tot de naam Willem Barendsz (afb. 10).


Afb. 10: De Willem Barendsz

Daarover kunnen we nog well iets vertellen. Er zijn twee walvisvaarders geweest met de naam van onze held. Vooral de Willem Barendsz II die tussen 1955 en 1964 in gebruik was als moeder- en fabrieksschip voor negen walvisvaartexpedities kreeg veel bekendheid. (afb. 8, 9, 10, 11 en 12. Het schip werd gebouwd op de werf Wilton-Feijenoord in Schiedam voor de Nederlandsche Maatschappij voor de Walvischvaart, de NMW.

Afb. 11 en 12: De Willem Barentsz en
het harpoen wordt afgeschoten

De tewaterlating van het schip op 20 november 1954 werd een gebeurtenis van nationaal belang met veel media-aandacht. Het werd beschouwd als een symbool van de wederopbouw na WO II.


Afb. 13: Huiskamer van een kapitein van de walvisvaart

Het schip voerde verschillende expedities uit die zeker in het begin zeer succesvol waren. Interessant voor de filatelist is dat zich een scheepspostkantoor aan boord bevond dat in de loop van die negen jaar 2 stempels heeft gebruikt. Het eerste had de tekst a/b M.S.Willem Barendsz Zuidelijke IJszee (afb 14) met als datum 12-11-58 en het tweede met de tekst Postagent a/b M.S. Willem Barendsz (afb. 15) met de datum 13-03-62.


Afb. 14: a/b M.S.Willem Barendsz Zuidelijke IJszee




Afb. 15: Postagent a/b M.S. Willem Barendsz

Beide poststukken hebben wel iets karakteristieks, vooral de eerste als je naar de inhoud kijkt:” Alles OK/Klaas/Zuidpool” De kaart gaat naar Beverwijk maar Klaas had een Groninger kunnen zijn: geen woord teveel. De tweede van de scheepsarts van de Willem Barendsz bevat nog de originele brief waarin hij vermeld dat één van de jagers een kapotte ketel heeft en daarom voor reparatie naar Kaapstad moet. Dat schip kan dan de post meenemen die verder vanaf Kaapstad per vliegtuig naar Nederland wordt vervoerd. In een naschrift meldt hij dat het toch anders gaat: de ketel is gerepareerd en de post gaat met het Japanse vlees-vriesschip Awaru Maru op 7 of 8 april 1962 naar Kaapstad. Hij meldt ook dat op 7 april 24.00 u het einde komt aan de vangst van de baleinwalvissen. De vangst van potvissen gaat nog even door maar dan vertrekt men naar Kaapstad. Van daaruit is het nog 28 dagen varen naar Nederland.


Afb. 16: Stempel: Den Helder Willem Barendszstraat




Afb. 17: Stempel Willem Barendzstraat

De naam van Willem Barendsz komt ook voor in het poststempel van Den Helder Willem Barendzstraat en natuurlijk op het aantekenstrookje van dat postkantoor. Wellicht komt deze straatnaam ook in andere plaatsen voor. Voor een ontdekkingsreiziger die nooit zijn doel bereikt heeft is het een teken van waardering dat hij nog steeds herdacht wordt.

John Tolsma
Lit.: Brieven en poststukken uit eigen verzameling



Centrum Philatelisten Vereniging Groningen Emmastraat 5
9722 EW Groningen
Tel: 050 - 525 96 10 info@philatelist.nl